Bij de meeste (AOV’s) kan gekozen worden voor verschillende eigenrisicotermijnen, de periode na ziekmelding waarin er nog géén recht bestaat op een uitkering uit de verzekering. Een eigenrisicotermijn van 1 maand is vrij standaard. Als er wordt gekozen voor een termijn van 24 maanden in plaats van één maand resulteert dit gemiddeld in een maandpremie die 43 procent lager ligt.
Een andere optie om de premie te verlagen is om de uitkeringsduur aan te passen. Door bijvoorbeeld te kiezen voor een uitkeringsduur van maximaal twee jaar in plaats van tot de eindleeftijd (vaak de pensioenleeftijd). In de casussen die MoneyView heeft
doorgerekend wordt de premie soms meer dan gehalveerd. MoneyView meldt daarbij dat zo'n keuze weloverwogen gemaakt moet worden. “Of het wenselijk is, is volledig afhankelijk van de individuele situatie. Een ondernemer die voldoende spaargeld heeft om de eerste 24 maanden na ziekte door te komen, zou een verlengde eigenrisicotermijn kunnen overwegen. Hetzelfde geldt voor het verkorten van de uitkeringsduur: als er voldoende middelen voorhanden zijn om de periode tussen de laatste uitkering en de pensioenleeftijd te overbruggen kan ook dit worden overwogen. Tussen deze twee uitersten is er uiteraard sprake van vele verschillen in persoonlijke situaties. Dit betekent dat een grondige analyse van de (eigen) situatie noodzakelijk is vóórdat dit soort keuzes worden gemaakt, bijvoorbeeld door hier professioneel advies voor in te winnen.